Het noodlot. Vroeg of laat klopt het bij ieder mens aan de deur: een ongeval, een alles verterende jaloezie, een ongeneeslijke ziekte, oorlogsgeweld, een verslaving, en uiteindelijk de dood. Hoewel het noodlot onvermijdelijk is, kunnen we er niet mee leven. In dit boek onderzoekt De Mul drie verschillende manieren waarop de Europese mens heeft getracht het noodlot te temmen en te domesticeren: de heroïsche affirmatie van het noodlot in de tragische cultuur van de Grieken, de deemoedige acceptatie van de goddelijke voorzienigheid in het christendom en de 'afschaffing' van het noodlot in de moderne, technische samenleving. Zowel de natuur als de cultuur worden maakbaar. Met technologieën als genetische manipulatie lijken we ons lot en onze toekomst zelfs volledig in eigen hand te nemen. De auteur argumenteert daarentegen dat de onbeheersbaarheid van de technologie onze cultuur opnieuw een tragische dimensie verleent. Aan de hand van klassieke tragedies als Prometheus ontketend, Antigone en Medea en de tragische romans van Hermans en Houellebecq werpt De Mul een verrassend nieuw licht op hedendaagse vormen van tragiek, zoals Hirsi Ali's strijd tegen het moslimfundamentalisme, het gevecht rond de 'ondode' patiënt Terri Schiavo, de moord op de peuter Savanna en de uitbesteding van onze moraal aan kunstmatige intelligenties. Daarbij knoopt hij aan bij vijfentwintig eeuwen tragedie-interpretatie van Aristoteles via Hegel, Nietzsche, Freud en Heidegger tot aan Steiner en Eagleton, en bij recent menswetenschappelijk onderzoek van Dawkins tot Dalrymple.