'Botsingen' gaat over de spanning tussen geloof en werkelijkheid, tussen gevoel en verstand, maar ook over de tragiek en humor van het menselijk bestaan en het gevecht om vrijheid. Merijn Capel komt na een frontale botsing met een auto in het ziekenhuis. Daar wordt hij geconfronteerd met de afhankelijkheid van zijn bestaan, met machten die buiten zijn gezichtsveld liggen. Na een discussie met een verpleger in het ziekenhuis over de aanslag 9/11 gaat hij op zoek naar de daders en hun motieven. Tegelijkertijd maken God, Allah en Boeddha ruzie in de hemel over de verdeling van de wereld. Zij blijken zich vooral ongerust te maken over de opkomst van het "sintisme" met Sinterklaas als nieuwe concurrent. In een allesomvattende apocalyps wordt Merijn tenslotte geconfronteerd met een aloud duivels dilemma.