'Het geheugen van de stenen' gaat over passanten in de stad, over alle doden en levenden van wie de adem zich in de straten grift. Over Aurélie, die beseft dat ze maar een paar jaar heeft om haar schoonheid te gelde te maken. Over de Brave Zoon, die op vervaarlijk grote schoenmaat en met een knots van een paraplu de stad rondstruint en liefst heel de koopgrage menigte weer wat preconciliaire waarden wil inmeppen. Over het streven van een oud atelier in Kuregem. Maar voilà, hoe graag ik mezelf ook buiten beeld hou, ik kan er niet omheen: 'Het geheugen van de stenen' was wat ik dacht toen ik een uur na het overlijden van mijn moeder door de straten dwaalde waar zij geleefd had. Haar lichaam, dat in die ziekenhuiskamer nog niet helemaal koud was, hield ook de muren van de stad even warm. Daarom gaat het eerste verhaal over haar. Want daarmee leerde ik ook dat een stad altijd even warm blijft door de geabsorbeerde adem en dromen en verlangens en woede van de passanten.