Delfina Uribe verzamelt een kring van kunstenaars en intellectuelen om zich heen. Haar woning wordt beschouwd als een broeinest van revolutionaire corruptie: zware juwelen, gemakkelijk verdiend geld, lichtzinnige spelen. Als de Oostenrijkse vluchteling Erich Maria Pistauer op een avond in 1942 dood in haar huis wordt aangetroffen, beweert zij hem niet te hebben gekend. Alleen de tienjarige Miguel slaat de moord in zijn geheugen op en keert na tientallen jaren in het buitenland naar Mexico terug om de waarheid, die intussen geschiedenis geworden is, te achterhalen. Daarmee betreedt hij een overzichtelijk labyrint. Is het een uit de hand gelopen ruzie geweest, een afrekening in het criminele milieu, een wilde actie in de kring van Mexicaanse nasic-ollaborateurs? Of een passiemoord die koste wat kost verzwegen moest worden, omwille van het fatsoen?