Ernst Wolfsbergen, eind twintig, ontmoet tijdens een van zijn uitstapjes Annemieke Gravenbosch. Na een korte vriendschap trouwen zij, maar hun wordt geen lang huwelijksgeluk gegund. Wanneer zich bij Annemieke na enkele jaren schizofrenie openbaart, is de zorgloze tijd voorgoed voorbij. Helder en indringend wordt beschreven wat schizofrenie met een mens doet en welke dramatische gevolgen deze wrede ziekte heeft opeen huwelijksleven. Het centrale thema is hoe een partner omgaat met schizofrenie van zijn echtgenote en hoe dat geleidelijk zijn levensgevoel en levensvisie verandert. Het boek gaat over verdriet, rouw, innerlijke strijd en angst, maar ook over aanvaarding, tederheid en hernieuwde liefde.