De bal: iedereen kent hem en velen hebben er iets mee, maar er is nauwelijks over geschreven. Speels formulerend beweegt W.T. Eijsbouts zich van de aantrekkelijkheid van de bal op zichzelf tot de harde wereld die het moderne balspel omgeeft. Darbij gaat het heen en weer tussen vandaag en vroeger, tussen Marco (van Basten) en Plato en tussen Horatius en Berlusconi (met hun ballen). Dit alles wordt verlucht door de wijze en onwijze woorden en daden van spelers en verslaggevers.