Matsuo Basho (1644-1694) heeft met zijn groot poëtisch vermogen de dichtkunst van zijn tijd vernieuwd en de haiku tot een belangrijke dichtvorm gemaakt. Hij streefde naar lichtheid en eenvoud, naar het één-zijn met de dingen. Het ging hem om méér dan technische volmaakt- heid; uit de regels moest het innerlijk van de dingen spreken. In sommige opzichten is zijn dichtkunst dan ook verwant aan zen. NB: Dit is een keuze uit onze vroegere uitgave 'Geluid van water - Haiku'. Geïllustreerd met houtsneden uit 'Meika gafu'