Dwaze liefde vertelt het fascinerende verhaal van twee regentenzonen in de tweede helft van de achttiende eeuw die in de ogen van de buitenwereld niet willen deugen: Adriaan en Pieter van Schoonhoven. Adriaan gaat er met de dienstmeid vandoor. Pieter trouwt weliswaar op stand, maar vertelt zijn kersverse echtgenote de ochtend na de huwelijksnacht dat hij alleen maar weerzin voor haar voelt. De familie wil de broers in het beterhuis opsluiten. Ze overlijden echter voordat deze straf ten uitvoer kan worden gebracht. Voor de familie Van Schoonhoven gold slechts één plicht in het leven: trouwen doe je met je hoofd, niet met je hart. Maar wat gebeurde er als regentenkinderen weigerden aan die mores mee te doen? Wat betekenden de liefde en het verstandshuwelijk voor de politieke elite van de achttiende eeuw?