Maddie Foster ligt in coma in een ziekenhuisbed. Voor haar leven wordt gevreesd. Haar man Paul, met wie ze dertig jaar geleden trouwde, wijkt niet van haar zijde. Hij probeert met haar te praten en dringt erop aan dat ze bij bewustzijn komt. In haar onderbewustzijn voelt Maddie hoe haar leven wegzakt. Maar iets houdt haar tegen. Herinneringen houden Maddie in hun greep. Herinneringen aan het meisje dat ze was... Als studente krijgt Maddie een zeldzame oogaandoening waardoor ze geleidelijk blind wordt. Maar ze wil geen medelijden. Vooral niet van haar beste vriend Paul – op wie ze heimelijk verliefd is. Maddie gaat de straat op alsof er niets aan de hand is, maar loopt steeds meer tegen haar beperkingen aan. Als Paul ook verliefd wordt op Maddie, worden ze pas echt geconfronteerd met hun onmogelijkheden. Totdat op een avond alles voorgoed verandert...